Tapijten heb je niet alleen in verschillende maten en stijlen, ze worden ook gemaakt uit verschillende soorten vezels. Zo heb je natuurlijke vezels en niet-natuurlijke vezels. Elk type materiaal heeft zijn eigen zachtheid, veerkracht en uitstraling. Hieronder ontdek je er alles over.
Tapijt van natuurlijke vezels
Een eerste categorie is tapijten die gemaakt zijn van natuurlijke vezels. Denk daarbij aan wol en lyocell, linnen, katoen, natuurzijde, bamboezijde, enz. Elk type vezel heeft een eigen uitstraling en eigen kwaliteiten. Zo is lyocell een mooi alternatief voor natuurzijde. Het glanst net zoals een zijdevezel, maar voelt veel koeler aan. Linnen is dan weer mooi, maar is net zoals katoen een vezel die geen veerkracht heeft en gemakkelijk plat ligt. Het grote voordeel daarvan? De linnen draden zijn heel fijn en kunnen in een samengestelde pool een heel fijn effect geven.
Zijn al deze vezels allemaal even sterk? En kan je ze overal op dezelfde manier gebruiken? Nee, dat is niet het geval. Zo kan je natuurzijde best niet in de zon leggen. Kom voor concrete tips over elk materiaal gerust eens langs. We geven je graag vrijblijvend advies.
Tapijt van synthetische vezels
Een tweede categorie is tapijten gemaakt van niet-natuurlijke vezels. Denk daarbij aan polypropyleen, nylon, polyamide … Allemaal soorten synthetische tapijten. Ook daarin heb je veel verschil. Polyamide is de beste soort synthetische vezel, en het is anti-statisch. Er blijft dus minder vuil aan plakken. Dat is anders met polypropyleen, wat wel statisch geladen is. Polyamide is dan weer makkelijker te onderhouden dan synthetische tapijten in nylon en polypropyleen.
Toch blijven natuurlijke vezels van goede kwaliteit het allerbeste. Je doet er het langste mee, ze voelen het beste aan en hebben een mooie uitstraling.
Wollen tapijt: de beste keuze
Er worden van elke soort vezel garens gemaakt om tapijten te maken, maar wol blijft toch de beste optie. Ook daarin heb je veel verschil. Zo heb je wol uit Nieuw-Zeeland, Iraanse wol, Nepalese, Indische wol, enz. Wat de oorsprong ook is, de belangrijkste factoren zijn:
- hoe voelt de wol aan: stug of soepel
- hoe dik is de wolkern: hoe dikker, hoe beter
- hoe snel gaat de wol pillen.
Dit kan je testen door op een bepaalde plaats over het tapijt te krabben met je nagels. Bij sommige tapijten komen daarbij gemakkelijk pluisjes los. Bij andere komen bijna geen pluisjes los. Dat is alleen het geval bij zeer kwalitatieve wol.
De kwaliteit van de wol hangt niet alleen af van de geografische oorsprong. Een schaap heeft op verschillende plaatsen van zijn lijf wol, maar die is niet allemaal even bruikbaar. Zo heb je buikwol, zijwol en rugwol. Wol afkomstig van de rug is veruit het beste. Wol van de buik en het zitvlak zijn daarentegen altijd vuil en geeft minder kwalitatieve tapijten. En daarnaast worden ook tapijten van restwol gemaakt. Dat zijn de pluizen die op de grond vallen bij fabricage. Die is helemaal van inferieure kwaliteit.
De conclusie? Laat je goed informeren. Vraag naar de verschillende kwaliteiten en voél aan de vezels. Zo weet je wat je aangenaam vindt. Vraag daarnaast ook naar het onderhoud, de combinatie met vloerverwarming en de intensiteit van het gebruik.